Winnaars 2023

Op 12 oktober 2023 zijn voor de 32ste keer de Pieter van Foreest wetenschapsprijzen uitgereikt. Voor het eerst gebeurde dat in het Alkmaarse theater De Vest. De reden om voor De Vest te kiezen is de grote belangstelling voor wetenschap in Noordwest. ‘We zijn letterlijk uit de Pieter van Foreestzaal in het ziekenhuis gegroeid’, aldus Betsy van Soelen, directeur van Noordwest Academie, die met haar team jaarlijks de wetenschapsdag organiseert. De bijeenkomst werd opgeluisterd door een lezing van bioloog, presentator en schrijver Midas Dekkers over ‘genezen op kleur’.

Aanmoedigingsprijs

Aanmoedigingsprijs voor kinderarts Femke de Groof

Kinderarts-neonatoloog Femke de Groof is winnaar geworden van de Pieter van Foreest aanmoedigingsprijs 2023. Ze kreeg de prijs uit handen van Lisa van der Putten, kno-arts en lid van de Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) van Noordwest.

‘Femke verdient eigenlijk een oeuvre-prijs’, zei Van der Putten op 12 oktober bij de uitreiking in theater De Vest. Ze prees de kinderarts voor haar inzet voor opleiding en onderzoek, dat ze deels in haar vrije tijd verricht en waarvoor ze ook collega’s en verpleegkundigen weet te enthousiasmeren. Zo leidde ze de researchverpleegkundigen Linda van Meurs en Marije Bokhorst op en begeleidde ze meerdere bachelor- en masterstudenten bij onderzoeken.

De jaarlijkse aanmoedigingsprijs gaat gewoonlijk naar een beginnende onderzoeker. De Groof heeft al veel onderzoek op haar naam staan, maar krijgt de prijs volgens Van der Putten ‘als aanmoediging om te laten zien wat je allemaal nog meer in petto hebt’. Die woorden werden in de zaal niet alleen met applaus, maar ook met gejuich ontvangen.

Matig-laat prematuur geborenen
Kinderarts-neonatoloog Femke de Groof doet onderzoek naar zogeheten matig-laat prematuur geborenen, dat wil zeggen baby’s die met 32 tot 36 weken ter wereld zijn gekomen. Ze volgde een groep van tweehonderd ‘Alkmaarse’ kinderen in hun eerste jaar en hield hun groei- en voedingsinname bij. Honderd kinderen zag ze opnieuw bij 24 maanden voor een ontwikkelingsonderzoek en een lichaamssamenstelling. Ook bekeek ze het aantal ziekenhuisbezoeken vanaf hun geboorte tot de leeftijd van vijf jaar.

De 2-jarigen bleken gemiddeld te scoren op ontwikkeling, maar de jongens scoorden fors lager dan de meisjes op zowel taal als cognitie. Bij de 5-jarigen constateerde De Groof veel meer aandoeningen dan verwacht. Zo had 26 procent een of meerdere ziekenhuisopnamen in het eerste levensjaar, had 37 procent voedingsproblemen, werd bij 35 procent fysiotherapie in gang gezet, was bij 12 procent sprake van een achterstand in de ontwikkeling en bleek bij 9 procent de spraak- en taalontwikkeling achter te blijven. De Groof tekent daarbij wel aan dat ze zich bij de vergelijking heeft gebaseerd op literatuuronderzoek: ze had geen controlegroep.

 

 

Tekst: MAS-Communicatie Heiloo/Marjolein Voorberg

 

Die zoekt ze nu wel voor haar vervolgonderzoek. Ze wil nagaan of de matig-laat prematuur geboren kinderen ook op 9-jarige leeftijd nog last hebben van aandoeningen of achterstanden. Een groep van zeventig kinderen gaat ze met een even grote groep leeftijdsgenootjes vergelijken op IQ, motoriek, executieve functies, spraak- en taalontwikkeling, gedrag, schoolprestaties, ziektes, groei, bloeddruk, eetgedrag en beweeggedrag.

Vergeten groep
De Groof spreekt van ‘een vergeten groep’. Er is altijd gedacht dat deze groep het net zo goed zou doen als op tijd geboren kinderen zonder dat er onderzoek naar is gedaan. Er zijn weinig richtlijnen qua voeding of follow-up, zegt ze. Ze noemt noodzakelijk dat er een landelijk follow-up protocol komt voor de matig-laat prematuur geborenen. ‘Hopelijk gaat ons onderzoek van de 9-jarigen meer inzicht geven.’